Sinterklaas

Veel gezinnen in Nederland vieren het Sinterklaasfeest op 5 december. In de weken voor 5 december is al veel aandacht voor Sinterklaas: op televisie, in winkels en op de meeste scholen en kinderopvanglocaties. De meeste kinderen genieten van dit vrolijke feest. Maar het kan ook een spannende tijd zijn. Hoe gaat jouw kind daarmee om?

Té spannend?

Ieder kind is anders. Het ene kind geniet van de gezonde spanning; krijg ik vannacht iets in mijn schoen? Het andere kind gaat er onrustig van slapen. Jij kent je eigen kind het best. Probeer te ontdekken hoe spannend het voor jouw kind mag zijn. Wordt het zenuwachtig van het Sinterklaasjournaal, waar altijd wel iets mis dreigt te gaan? Kijk er dan in ieder geval samen naar, zodat je erover kunt praten. Verzeker je kind dat het altijd weer goed komt. Is het veel te spannend voor je kind? Zet de tv dan uit. Ook met liedjes en boeken kun je de sinterklaassfeer in huis halen.

Tips om het leuk te houden

  • Is dit het eerste jaar dat je kind het feest bewust meemaakt? Vertel dan wie Sinterklaas is, dat hij een paard heeft en veel Pieten. Bekijk samen een film of boek over Sinterklaas. Hoe meer je kind weet wat het kan verwachten, hoe fijner het is.
  • Vertel je kind wanneer Sinterklaas in Nederland aankomt, wanneer Sint en Pieten op bezoek komen bij de opvang of speelzaal en wanneer de schoen gezet mag worden. Je kunt hiervoor een aftelkalender gebruiken, waar je kind stickers op mag plakken of dagen door kan strepen. Dat is leuk en geeft duidelijkheid: Nog twee nachtjes slapen en dan...
  • Spreek af wanneer je kind de schoen mag zetten, bijvoorbeeld in het weekend. Sinterklaas kan niet elke avond alle schoenen in Nederland vullen. Vindt je peuter het een eng idee dat Piet 's nachts in huis komt? Dan kun je de schoen ook in de tuin of op het balkon zetten.
  • Slaapt je kind 's nachts onrustig omdat hij zo benieuwd is wat er 's ochtends in zijn schoen zit? Je kunt de schoen ook op een ander moment zetten, bijvoorbeeld voordat je kind naar de kinderopvang gaat.
  • Kies welke activiteiten jullie gaan doen. Sinterklaas komt misschien langs op de peuterspeelzaal, thuis, op het werk van een of beide ouders, op de peutergym, bij opa en oma, in het winkelcentrum, etc. Je kind hoeft niet overal naartoe, dat zijn wel heel veel spannende momenten. Eén pakjesavond is al leuk voor je kind.
  • Maak van Sinterklaas of Pieten geen boeman. Zeg bijvoorbeeld niet dat je kind geen cadeautjes krijgt als het iets doet wat niet mag. Je kind kan bang worden van het idee dat Pieten alles horen en doorvertellen aan Sinterklaas. Niet Sinterklaas, maar jij bent de opvoeder.
  • Laat je kind deze weken lekker buitenspelen om het hoofd leeg te maken en uit te razen. Samen rennen, naar het bos of het strand of naar de speeltuin. Lekker bewegen en de gedachten even afleiden van Sinterklaas is gezond.
  • Wil je kind Sint en Pieten van een afstandje bekijken? Prima. Laat je kind zelf beslissen of het met de Pieten wil dansen of vanaf jouw schoot naar ze zwaait.

Hoeveel cadeaus?

Natuurlijk beslis je als ouder zelf over het aantal cadeaus dat je geeft. Jij weet hoeveel geld je kunt besteden. Bedenk dat vooral jonge kinderen even blij zijn met een goedkoop cadeau als met een heel duur cadeau. Een paar pepernoten of een mandarijn in de schoen is al een leuke verrassing.

Kinderen hebben vaak al veel speelgoed. Eén cadeau, waar je kind al lang naar verlangt, is leuk bij een feest. Maar denk daarnaast ook aan handige cadeaus zoals leuke sokken of een nieuwe drinkbeker. Aanvulling op speelgoed dat je kind al heeft is ook fijn: extra rails voor de treinbaan, meer Duploblokjes of knutselspullen.

De grootte van het cadeau maakt op peuters meer indruk dan de waarde van het cadeau. Verstop een cadeautje dus eens in een grote, ingepakte doos. Of verpak het opblaasbeest terwijl het al opgeblazen is.

Vier je pakjesavond met meer gezinnen samen? Spreek dan af hoeveel pakjes ieder kind krijgt. Heb je ook oudere kinderen, die de waarde van de cadeaus kunnen zien? Spreek dan ook af hoeveel je per kind besteedt.

De pietendiscussie

Sinds een paar jaar is er discussie over Zwarte Piet. De ene groep mensen vindt Zwarte Piet een vorm van racisme. De andere groep mensen wil Zwarte Piet als onderdeel van de Nederlandse traditie behouden. De afgelopen jaren wordt op televisie en in diverse plaatsen in het land gezocht naar oplossingen. Zo zijn er nu Roetveegpieten en gekleurde Pieten. Door het woord 'zwart' niet meer te gebruiken, maar Pieten te noemen naar hun werk (Huispiet, Rommelpiet, Hoofdpiet, Inpakpiet) lossen we een deel van het probleem op.

Probeer in ieder geval je kind buiten deze discussie te houden. Het maakt voor jouw kind helemaal niet uit hoe Piet eruit ziet.

Heb je een vraag?