Wandelen met baby

Wandelen met je baby is altijd fijn, of het nu zomer of winter is. Hoe draag je je kind veilig in een draagzak of draagdoek? Waar moet je op letten als je een kinderwagen koopt? Wanneer kan je kind in een buggy en hoe zet je je kind het best in een buggy?

Wandelen met baby

Draagdoek of draagzak

 Je kunt je baby vanaf de geboorte meenemen in een draagdoek. In een draagdoek draag je je baby rechtop. Je moet deze doek zelf knopen. Let er  op dat je baby vrij kan ademen en het niet te warm heeft. Vooral bij jonge baby’s tot 4 maanden en te vroeg geboren baby’s moet je ervoor zorgen dat de kin van je baby niet op de borst ligt. Het kan zijn dat je baby dan moeilijker kan ademhalen. Zorg ook dat het hoofd, de rug en de heupen genoeg steun krijgen. Je kunt je baby ook in een draagzak dragen. Kijk altijd even vanaf welke leeftijd en welk gewicht je baby in de draagzak mag. En kijk zelf hoe je baby erin zit. Zakt hij of zij er nog te diep in weg, wacht dan nog even met deze draagzak gebruiken. Draag je kind nooit in een draagzak of draagdoek tijdens het koken, op de fiets, in de auto, op de motor of tijdens het sporten (bijvoorbeeld skaten). Het risico is dat je kind bijvoorbeeld bij het koken een verbranding oploopt door spetters of vuur. En op de fiets of in de auto is je baby bij een ongeval veel minder beschermd dan wanneer hij of zij in een bakfiets of autostoeltje zit.

Kinderwagen tot je baby kan zitten

Jonge baby’s liggen het best in een kinderwagen. Omdat een kinderwagen een platte bak heeft, ligt je kind er veilig in. Kinderwagens beschermen ook goed tegen te veel licht en schokken. Gebruik de kinderwagen het liefst zo lang mogelijk. Als je kind zichzelf optrekt en kan zitten, is de wagen niet veilig meer. Je kind kan er dan uit vallen. Je kind is dan 6 tot 9 maanden oud. Dan is het tijd voor een wandelwagen. Er zijn veel verschillende soorten kinderwagens te koop. Welke wagen je het best kunt kiezen hangt af waarvoor je hem wilt gebruiken. Reis je veel? Dan is een lichte wagen, die je makkelijk uit elkaar haalt, handig. Wandel je er vooral mee in de buurt, dan is een zwaardere wagen fijn. Daar passen boodschappen ook goed in. Let bij het kiezen van een wagen vooral op de veiligheid:
  • De kinderwagen moet stabiel staan.
  • Er moet een rem op zitten die minstens twee wielen afremt.
  • Je moet de rem gemakkelijk kunnen bedienen.
  • Je moet je baby kunnen beschermen tegen de zon. Een kinderwagenparasol beschermt je kind goed en zorgt ook voor voldoende frisse lucht. Gebruik je een doek om je baby te beschermen tegen de zon en de wind? Zorg er dan wel voor dat er voldoende frisse lucht in de wagen komt. Sluit de kap dus nooit helemaal af, maar maak de doek vast aan de duwstang.
Op Kinderveiligheid.nl lees je meer tips over het gebruik van de kinderwagen en alles wat daarbij hoort.

Vanaf 6 tot 9 maanden wandelwagen of buggy

 Als je kind zelfstandig kan zitten, kun je een wandelwagen of buggy gebruiken. Je kind kan dan zelf vanuit ligstand gaan zitten en het hoofd goed rechtop houden. Je kind is dan gemiddeld 6 tot 9 maanden. De wandelwagen is meestal de combiwagen waar je de kinderwagenbak nu vervangt door de wandelopzet. De wandelwagen lijkt op een buggy, maar is steviger en zit prettiger. Hij heeft namelijk goede vering en de rugleuning kun je verstellen. Vaak zelfs tot ligstand. Dat is handig voor als je kind onderweg in slaap valt.

Naar jou kijken in de wandelwagen

Vaak kun je bij je wagen kiezen of je je kind vooruit kan laten kijken of naar jou toe. Laat je baby liefst naar jou kijken. Dat heeft verschillende voordelen:
  • Je baby voelt zich op z’n gemak als hij of zij jou ziet. Om je kind heen is alles nieuw en spannend.
  • Je kunt zien of je baby niet onderuit zakt, of de zon niet in zijn of haar gezicht schijnt of dat de muts over de ogen is gezakt.
  • Je kunt je baby vertellen wat er te zien is. Zo leert je kind van alles over de wereld om zich heen. En gezellig is het ook.
Pas als je kind zich steeds omdraait of over de rand van de wagen hangt, is het tijd om wandelopzet om te draaien. In een buggy kijkt je kind bijna altijd alleen naar voren. Een buggy heeft ook minder vering en kleinere wielen. Een buggy zit minder prettig voor je baby. Let voor de veiligheid van de wandelwagen op de volgende dingen:
  • Zet je kind altijd vast met een gordel of tuigje, zodat hij of zij er niet uit kan vallen.
  • Kan je kind nog niet goed zitten, maar moet je toch overstappen naar de wandelwagen? Zet dan de rugleuning van de wandelwagen helemaal plat.
  • Let er tijdens het wandelen goed op dat de handen niet buiten de wagen hangen. Zo kunnen de vingers van je kind nergens tussen komen.
  • Zet de wagen altijd op de rem als je stilstaat.
  • Als je een tas meeneemt, kun je die beter in een net of een mand onder de wagen leggen. Als je hem aan de duwbeugel hangt, kan de wagen omvallen door het gewicht.
Op Kinderveiligheid.nl lees je meer tips over de wandelwagen en alles wat daarbij hoort.