Pesten of gepest worden?

Pesten of gepest worden?

Jaarlijks vindt in september de Week tegen Pesten plaats. Dat is nodig want nog steeds wordt één op de vijf kinderen regelmatig gepest. 

Hoewel er door de jaren heen al diverse landelijke campagnes over het onderwerp voorbij zijn gekomen, blijkt pesten een hardnekkig probleem. Pesten gebeurt meestal buiten het zicht van de volwassenen en zowel het slachtoffer als de kinderen die het zien gebeuren, zijn vaak bang om er iets tegen te doen. 
 

Wat is pesten? 


Er zijn verschillende vormen van pesten, bijvoorbeeld:

  • uitschelden
  • buitensluiten
  • iemand laten struikelen, schoppen of slaan
  • bedreigen
  • spullen verstoppen of kapot maken
  • iemand dwingen om geld te geven
  • cyberpesten, (pesten op het web, social media en WhatsApp)
     

Veel kinderen vertellen ook thuis niet dat ze gepest worden. Ze willen hun ouders niet teleurstellen of ze zijn bang dat het pesten erger wordt als ze dit aan hun ouders vertellen. Ze willen vooral niet dat vader of moeder zich met de pestkop gaat bemoeien.
 

De gevolgen van pesten 


Kinderen die regelmatig gepest worden, kunnen bang, onzeker en verlegen worden. Ook kunnen ze last krijgen van buikpijn, hoofdpijn of nachtmerries. En ze hebben steeds minder zin om naar school te gaan. Pesten kan zelfs op latere leeftijd nog steeds ernstige gevolgen hebben. Bijvoorbeeld gebrek aan zelfvertrouwen, angst of depressie.
 

Wat kun je doen als je kind gepest wordt?

  • Vraag je kind om te vertellen wat er precies gebeurd is.
  • Neem je kind serieus. Vertel dat pesten veel voorkomt maar dat het niet normaal is.
  • Zeg dat je gaat proberen het pesten te stoppen. En dat je dat doet met hulp van anderen, bijvoorbeeld de school.
  • Vertel dat je niets zult doen dat je kind niet weet of wil. Je bespreekt alles eerst met hem/haar.
  • Neem contact op met de leerkracht van school. Vertel dat je kind gepest wordt en vraag hem of haar om hierop te letten en direct in te grijpen op het moment dat het gebeurt. Het helpt ook door in de klas over pesten te praten. Veel scholen hebben speciale regels die gelden bij pesten. De leraar kan je hier meer over vertellen.
  • Bespreek en oefen met je kind wat hij kan doen in verschillende situaties.
  • Het kan helpen om je kind in te schrijven voor een weerbaarheidstraining. Hier bouwt je kind aan zijn/haar zelfvertrouwen en leert het om voor zichzelf op te komen.
     

Wat als jouw kind anderen pest?

Is je kind niet het slachtoffer maar juist de pestkop? Ook dan is het belangrijk om dit actief aan te pakken. 

  • Probeer erachter te komen waarom je kind anderen pest.  
  • Leg je kind uit wat zijn of haar gedrag veroorzaakt bij de ander en help hem/haar zich te verplaatsen in die ander.  
  • Leer je kind hoe het op een andere manier kan omgaan met eventuele frustraties en gevoelens die leiden tot het pesten.
  • Neem contact op met de school om te bespreken hoe zij je kind het beste kunnen corrigeren.
  • Veel kinderen die pesten blijken zelf juist heel onzeker te zijn en pesten om te zorgen dat ze zelf niet gezien worden als de ‘zwakkeling’. Daarom kan het ook voor pesters goed zijn om een training te doen voor sociale vaardigheid en weerbaarheid.