Pubers en privacy; meestal wel maar soms niet

Pubers en privacy; meestal wel maar soms niet

Een kind dat de puberteit in gaat wil vaak ineens veel minder met je delen dan voorheen. Deuren gaan op slot en als je ze vragen stelt, krijg je alleen nog een 'ja' of 'nee'-antwoord. Hun telefoon is voor jou verboden toegang. Hoeveel privacy geef jij je kind en wanneer dwing je toch de controle af?
 

Geen grip meer op je kind

De puberteit is sinds het begin der tijden al een periode dat ouders ineens het gevoel hebben totaal geen grip meer op hun kinderen te hebben. En grotendeels is dat ook zo. Het is de periode dat kinderen zich actief beginnen los te maken van hun ouders en op zoek gaan naar hun eigen identiteit. Dit gaat vaak gepaard met de nodige discussies en slaande deuren. Niet leuk, wel nodig.
 

Privacy is een grondrecht

Wat ook nodig is, is dat ouders hun kind meer privacy gaan gunnen. Privacy is in Nederland een grondrecht dat alle mensen hebben. Het betekent dat iedereen het recht heeft zijn of haar privésfeer en persoonlijke informatie te beschermen tegen bemoeienis van anderen. Jonge kinderen hebben minder behoefte aan privacy, maar zodra ze een jaar of 12 zijn wordt dat steeds sterker. Ze willen niet meer dat jij hun naakte lichaam ziet of zomaar hun kamer in komt lopen. Ze beseffen zich dat ze geen verlengstuk zijn van hun ouders, maar een eigen persoon met eigen gedachten, gevoelens en geheimen.
 

Respecteer hun grenzen

Als ouder is het jouw taak om je kinderen te begeleiden in hun ontwikkeling tot zelfstandige volwassenen. Onderdeel van die taak is dat je geleidelijk de teugels een beetje loslaat en je kinderen hun eigen weg laat volgen. Dat betekent ook dat je hun recht op privacy en de grenzen die ze aangeven, respecteert. Dus wanneer je merkt dat je kind zich snel achter een handdoek verbergt zodra jij de badkamer in komt, loop dan voortaan niet meer zomaar de badkamer in. Klop even aan voor je de kamer van je kind in loopt. Vraag niet door en door wanneer je merkt dat je kind geen zin heeft om te praten.
 

Waar veiligheid voor privacy gaat

Dat gezegd hebbende ben je als ouder nog steeds ook (gedeeltelijk) verantwoordelijk voor hun veiligheid. Om die te beschermen moet je soms toch inbreuk maken op hun recht op privacy. Hun computer en telefoon zijn daarbij vaak een punt van discussie. Jouw puber zit er absoluut niet op te wachten dat jij al zijn berichten doorleest. Ook niet wanneer je alleen maar wilt weten of je kind niet online gepest of gechanteerd wordt. 

Je kunt nu een paar dingen doen: 

  • de telefoon of computer met grof geweld afpakken en eisen dat je de inhoud mag zien of anders….
  • denken: ‘tja, niks aan te doen’ en je kind het verder zelf uit laten zoeken. 
  • of je kunt met je kind in gesprek gaan. 

Leg uit dat jij graag zeker wilt weten dat je kind ook online veilig is en laat je kind vervolgens met ideeën komen over hoe jullie dat het beste kunnen regelen. Je kunt bijvoorbeeld de afspraak maken dat jij de privacy van je kind zal respecteren, op voorwaarde dat je kind belooft dat het, wanneer het in de problemen dreigt te komen of zich bedreigt voelt, dit ALTIJD met je zal bespreken zodat jullie samen een oplossing kunnen bedenken.
 

Je eigen behoefte aan controle opzij zetten

Zo’n afspraak betekent dat jij je eigen behoefte om je kind te beschermen moet loslaten. En loslaten is moeilijk. Besef dan dat dit écht een onderdeel is van opvoeden. Je moet je puber het vertrouwen geven dat hij zijn zaakjes zélf onder controle heeft. Je moet er ook op vertrouwen dat jij je kind in de eerste 12 jaar genoeg hebt geleerd om dat ook te kunnen. Verlies je kind dus niet uit het oog, maar zit er ook niet de hele tijd bovenop. En grijp niet meteen bij het eerste hobbeltje in, maar wacht eerst even af. Misschien komt je puber op zeker moment wel naar jou om hulp te vragen.  Hoe meer ruimte jij geeft, hoe meer je puber je zal toelaten in zijn leven.